Creativiteit

Literatuur

Wat is creativiteit?

Met ‘oh, wat ben je creatief’, wordt meestal bedoeld dat je mooie dingen kunt maken. Een mooie bloem een mooi gedicht of een mooi beeldje. Toch heeft een cursus bloemschikken meer te maken met ‘iets creëren’ dan met creativiteit (Engels, 2010).

 

Creativiteit is de drijfveer achter nieuwe inzichten en ontwikkelingen. Maar wat is creativiteit nu eigenlijk? Er zijn veel verschillende definities van creativiteit. Een van de betekenissen luidt als volgt:

Met originele oplossingen komen voor problemen die met de functie verband houden. Door verbeeldingskracht nieuwe werkwijzen bedenken (Schouten & Nelissen, 2007). Oftewel creativiteit is iets nieuws zien, iets nieuws vinden en iets nieuw doen of maken. Het gaat hierbij om het doorbreken van regels, gewoontes en gebruiken; oftewel out of the box denken.

Om tot een creatief proces te komen zijn er 3 aspecten van belang: vermogen/ behoefte tot vernieuwing, probleemoplossend denken en/of handelen en het creëren. Met behoefte tot vernieuwing wordt bedoeld dat je een buiten de kaders moet denken; oftewel het out of the box.

 

Met probleemoplossend denken wordt bedoeld dat er moet worden gedacht in oplossingen, vaak doet er zich namelijk een probleem voor. Verder zit er vaak een heel denkproces achter creativiteit. Om dit optimaal te laten verlopen, zal het ook in de praktijk moeten worden gebracht (Engels, 2010).

Het mooie aan kinderen is dat zij nog geen conventies kennen, ze hebben een natuurlijke drang om te onderzoeken en te experimenteren, alles is nieuw. Kinderen zijn daarom vaak erg creatief en zitten ze vol fantasie.

Mark Mieras

Mark Mieras is een wetenschapsjournalist die enkele onderzoeken heeft gedaan naar leerlingen in het basisonderwijs en de manier waarop zij leren. Zo zegt hij dat de ontwikkeling bij veel vakken onderling aan elkaar verbonden is. Door muzieklessen trainen de leerlingen bijvoorbeeld hun auditieve vaardigheden. Hij legt dan een link naar het ontwikkelen van de hersenen zelf. Deze auditieve vaardigheden trainen een bepaald deel van de hersenen, wat ook gebruikt wordt bij het leren schrijven en lezen.

Bij kunsteducatie leren kinderen te experimenteren, wat dan weer hun creatieve capaciteiten ontwikkelt. Hij benoemt tevens dat creativiteit te meten is. Hiervoor kan bijvoorbeeld de ‘Torrance Tests of Creative Thinking’ voor gebruikt worden. Een voorbeeld van zo’n test is een onderdeel waarbij kinderen uit cirkeltjes een afbeelding moeten maken. Kinderen die dit zo vloeiend mogelijk kunnen doen, zijn het creatiefst. Uit onderzoeken is gebleken dat kinderen steeds minder creatief worden, naarmate ze ouder worden. Dit heeft te maken met het feit dat in het onderwijs niet veel gelegenheid geboden wordt aan kinderen om te experimenteren.

Creativiteit is onder andere nodig bij het ontwikkelen van nieuwe producten, werkwijzen, et cetera. Misschien nog wel belangrijker is dat kinderen een meer creatief brein ontwikkelen als ze vaker de kans krijgen om te experimenteren. In het onderwijs is het belangrijk om flexibele mensen op te leiden, mensen die zich constant blijven ontwikkelen.

Ten slotte beschrijft Mark Mieras dat tegenwoordig kunsteducatie niet serieus genoeg genomen wordt. Kinderen vinden dit leuk, en daarom zou het niet serieus kunnen zijn. Dit is een groot misverstand, want het enthousiasme van de kinderen betekent juist dat het serieus is. Enthousiasme is de motor achter de ontwikkeling van goede hersenen. Het is daarom belangrijk dat leerlingen in aanraking komen met inspirerende teksten en mooie toneelstukken. (Mieras, 2012)

Concluderend: door de link te leggen binnen een les aan een creatief onderdeel, worden de hersenen van leerlingen meer geprikkeld en kunnen kinderen zich beter ontwikkelen. Deze manier van lesgeven is dus essentieel bij het ontwikkelen van ‘de ideale tekenles’.

Creatief denken

Creatief denken is belangrijk in het basisonderwijs. Het heeft echter ook een mooie plek in de lijst van de 21st century skills. Maar wat is creativiteit eigenlijk? Volgens Engels bestaat creativiteit uit 3 onderdelen: probleem oplossend denken, vermogen tot vernieuwing en creërend vermogen  (Kiind). Deze 3 onderdelen zijn in samenhang naar het creatief proces.

 

Onderbouw

Als we kijken naar een kleuter is er veel nieuw voor hen. Ze maken dagelijks nieuwe dingen mee en hebben veel nieuwe ervaringen. Hierdoor hebben ze nog weinig denkpatronen ontwikkeld (Vaan & Marell, 2012). Hierdoor hebben leerlingen bij het maken van een tekening nog weinig “juiste wegen” in het denk proces. Hiermee bedoel ik dat ze nog op vele verschillende manieren kunnen denken omdat ze nog niet hebben aangeleerd wat de meest gangbare is. Daarentegen is het voor kleuters wel lastig om hun creatieve ideeën in de praktijk te brengen omdat ze nog niet echt probleemoplossend kunnen denken en/of de mogelijkheid hebben om hun idee daadwerkelijk te maken.

 

Kleuters:

+/- probleem oplossend denken

+ vermogen tot vernieuwing

- creërend vermogen

 

Middenbouw

In de middenbouw hebben de leerlingen nog een goed vermogen om tot vernieuwing te komen. Wat ik uit de praktijk heb ervaren is dat de meeste leerlingen nog, vanuit een volwassen perspectief bekeken, bijzondere manieren van denken hebben. Echter is het probleemoplossend denken en het vermogen om te creëren toegenomen. De leerlingen worden vaardiger met de omgang van materiaal. Dit resulteert in een beter creërend vermogen. Leerlingen uit de middenbouw zijn een omslag van onder naar bovenbouw. Ze hebben, vanuit de praktijk gezien, een redelijk probleemoplossend, vernieuwend en creërend vermogen maar van geen van allen in het bijzonder.

 

Bovenbouw

In de bovenbouw hebben leerlingen hun probleem oplossend denken en het creërend vermogen aardig ontwikkeld volgens TULE. Echter is het wel zo dat hun vermogen om tot vernieuwing te komen relatief minder is geworden. Leerlingen zijn de afgelopen jaren “gedwongen” om volgens vast denk patronen te werken. Dit betekent dat het voor hen een uitdaging is om juist out-of-the-box te denken. Ze zijn dit verleerd kun je wel zeggen. Het is dus belangrijk voor een leerling uit groep 7/8 om juist op dit vlak de nadruk te krijgen tijdens een les om er voor te zorgen dat de blokkades afgebroken worden en niet alle denkpatronen meer als vanzelfsprekend worden gezien.

De vijf basisvaardigheden

Binnen het denken kun je een aantal heel elementaire vaardigheden onderscheiden die de basis vormen voor het creatief denken. Elk van deze vaardigheden pas je reeds bewust en onbewust toe terwijl je denkt, handelt, problemen oplost, je ontspant. Door deze basisvaardigheden aan te scherpen verhoog je je creatief potentieel aanzienlijk. Je zult ook merken dat ook je vertrouwen en motivatie zullen stijgen.

 

De 5 basisvaardigheden:

- Creatief waarnemen

- Uitstel van oordeel

- Flexibel associëren

- Divergeren

- Verbeeldingskracht ontwikkelen

Creatief waarnemen

Creatief waarnemen is het herkennen van dominanties in de eigen waarneming, en het loskomen van deze overheersende visies. Dit kun je doen door jezelf de vraag te stellen: hoe kan ik dit ook anders zien? Als we anders leren waarnemen zijn we in staat tot fundamentele vernieuwing.

 

In onze samenleving wordt veel moeite gedaan om onze waarneming te beïnvloeden. Opvoeding, reclames en de politiek maken er gebruik van. We zien alleen wat er is; erger nog: we zien alleen wat we denken dat er is, we raken dus “gewend” aan onze eigen visie van de werkelijkheid.

 

We gaan af op onze waarneming om de wereld te verkennen. Via de zintuigen ervaren we de werkelijkheid. Dit betekent dat de realiteit mee kan veranderen als de waarneming verandert, en dat is voor creativiteit belangrijk. Waarneming verandering is erg lastig. (Byttebier, 2002)

Onderzoek

Voor ons onderzoek hebben we verschillende onderzoeksvragen opgesteld, ook hebben we onderzoekjes uitgevoerd in de klas. Het onderzoekje wat ik heb uitgevoerd sluit het beste aan op de basisvaardigheid ‘creatief waarnemen’. De kinderen kregen een basisvorm, deze moesten ze zelf afmaken.

Resultaten onderzoek

Ook is er een video over dit onderzoek gemaakt. Hiervoor kun je Linda Grunnekemeijer benaderen. 

Conclusie onderzoek

Iedereen kijkt anders naar een bepaalde afbeelding of een bepaald figuur. De resultaten die we hieruit kregen bevestigden dit nog meer. Je kunt zien dat de kinderen verschillende dingen zagen in de basisvorm. Wel beïnvloeden de kinderen aan bijvoorbeeld hetzelfde groepje elkaar. Dit kon je zien doordat de tekeningen een beetje in dezelfde sfeer zijn getekend. Zo waren er meerdere slakken getekend.

Bibliografie

Byttebier, I. (2002). Creativiteit HOE? ZO! Tielt: Uitgeverij Lannoo.

Engels, J. (2010, 07 01). Creativiteit is vrij denken en creeren. Opgeroepen op 04 02, 2018, van Kiind: https://kiind.nl/creativiteit-is-vrij-denken/

Engels, J. (sd). Kiind.

Mieras, M. (Regisseur). (2012). Kunsteducatie: broodnodig voor het kinderbrein [Film].

Schouten, & Nelissen. (2007, 02 15). Encyclo. Opgeroepen op 03 28, 2018, van Nederlandse encyclopedie: http://www.encyclo.nl/lokaal/10005

Vaan, E., & Marell, J. (2012). Praktische didactiek voor natuur onderwijs. Bossum: coutinho.

 

Linda Grunnekemeijer